Een en al chaos
Achter elk patroon gaat een geheim schuil
Waarom lijkt het patroon van een bliksemschicht op dat van nerven van een blad, de takken aan een boom of de aderen in een hand? Is dat toeval? Niet volgens wiskundigen. Zij zien orde waar voor anderen chaos heerst. Ook niet volgens Interpolagent Henri Poincaré. Hij moet patronen bestuderen om een leven te redden, een dood te wreken en een gruwelijke moord op te lossen. In Poincarés wereld roepen evangelisten om de Apocalyps, koelen terroristen hun woede met bommen en hebben oorlogsmisdadigers het voorzien op zijn eigen familie. Wanhopig en tot het uiterste getergd realiseert Poincaré zich dat de chaos van deze zaak beheerst wordt door verbanden die hij nooit had vermoed.
