De dievenbende van Scipio
Prosper en zijn broertje Bo zijn weggelopen naar Venetië. Daar worden ze opgenomen door een groep straatkinderen die moeten stelen om te overleven en die slapen in een verlaten bioscoop. Hun leider is Scipio, die de Dievenkoning wordt genoemd.
Een onbekende man vraagt hun een mysterieus voorwerp te stelen. Hij wil er veel geld voor betalen, dus dat wil de dievenbende wel doen. Maar zo zetten ze een avontuur in gang dat niet meer te stoppen is.