Gouden dagen
‘Eén incoherente schreeuw om aandacht, zo zal jullie generatie de geschiedenis ingaan. Ieder gevoel voor tragedie ontbreekt,’ zei Gabriël Gogel.
Hij was een man van vijftig, dus hij kon het onmogelijk begrijpen. Even aarzelde Wanda. Die ochtend had ze in zijn koffer een pistool gevonden.
‘Je bent een lafaard,’ zei ze, haar blik strak gericht op de Autobahn.
Vanuit haar ooghoek zag ze zijn onderkaak langzaam dalen. Als een kasteel van vlees zakte hij weg in de bijrijdersstoel.
Wanda gaf gas. Jaren geleden liet ze haar haar bleken om indruk te maken. Dat hoefde nu niet meer. Ze zat in haar gouden dagen.
Gouden dagen is een onthutsende roman over controleverlies, illusies en onthechting. Over mannen die worstelen met een veranderende wereld. Meedogenloos rekent Wanda Waldeck met hen af.
Berend Sommer (1990) schreef eerder het voor prijzen genomineerde Duchamp. Een detective en De onweerstaanbare val van Henri Furet. In zijn werk laat hij moderniteit en authenticiteit met een grimmig genoegen botsen. Hij woont en werkt in Parijs.
Over Duchamp. Een detective:
‘Als in dit boek iets wordt bewezen, is het dat de jonge Sommer een sprankelende schrijfstijl paart aan een fijn oog voor detail en een als ironie vermomd gevoel voor romantiek.’
De Volkskrant